Smartengeld en het toenemende ongemak
Smartengeld is bedoeld als compensatie voor leed. De smartengeldvergoedingen blijven in Nederland echter ver achter bij het Europees gemiddelde. Hoog tijd voor een nieuwe aanpak. Daar wordt nu aan gewerkt.
Wie denkt dat smartengeld een moderne en vooral door Amerikaanse advocaten verzonnen vordering is, heeft het mis. De Romeinen kenden al een beperkte vorm van smartengeld, de actio iniuriarum. En ook Hugo de Groot, één van Hollands grootste en internationaal vermaardste rechtsgeleerden uit de 17e eeuw, schreef al over smartengeld. Een goed Hollands gebruik dat ook toen al lang bestond: ‘De smert ende ontciering van ’t lichaem, hoewel eighentlick niet en zijn vergoedelick, werden op geld geschat, soo wanneer sulcks versocht werd.’
Een lage maximale vergoeding voor smartengeld
Smartengeld is dus geen modern verzinsel van een overspannen maatschappij, maar een al eeuwenlang bestaande vergoedingsvorm. Wel staat het meer en meer in de belangstelling. Maar helaas om de verkeerde redenen. Want hoewel veelal wordt gedacht dat het om enorme bedragen gaat, is juist het tegendeel waar. Er lijkt in Nederland onder rechters namelijk een afkeer te bestaan voor deze vorm van vergoeding. Zoals hoogleraar Lindenbergh onlangs nog maar eens aantoonde, en in diverse media mocht toelichten, is de hoogte van het smartengeld sinds 1991 niet gestegen. Omdat er ook geen inflatiecorrectie is toegepast, zijn de vergoedingen voor smartengeld in feite zelfs in waarde gedaald. De maximale vergoeding staat daarom sinds dat jaar op € 136.134,06. Dat is al zo lang geleden dat het toen nog om guldens ging: fl. 300.000,00.
De rechters staan niet alleen in hun kennelijke afkeer. Zo is in 2010 het Wetsvoorstel Affectieschade niet door het parlement gekomen, mede vanwege verondersteld opschuiven richting Amerikaanse toestanden. Let goed op het woord verondersteld. Door datzelfde parlement was een onderzoek ingesteld. Daaruit bleek dat dit gevaar in het geheel niet bestond, en er juist behoefte was bij nabestaanden aan een smartengeld voorziening als door deze wet werd beoogd. Dat deed er voor de tegenstemmende parlementariers niet toe. De onderbuik won het weer eens van de nuchtere blik.
Samenwerking om smartengeld beter vast te leggen
Waar rechters en politiek het af laten weten, nemen de professionals gelukkig wel de handschoen op. Want het is inmiddels zo bar en boos dat zelfs de betalende partijen, de verzekeraars dus, vinden dat er wat moet gebeuren. De verzekeraars (PIV) en de slachtofferadvocaten (ASP) werken nu onder leiding van de Letselschaderaad, aan een soort van formule waardoor smartengeld beter kan worden vastgesteld. Dit niet alleen om het eenvoudiger te maken om smartengeld vast te stellen en de huidige willekeur bij de vaststelling te verminderen. Maar ook met de bedoeling om te komen tot royalere vergoedingen voor smartengeld.
Nu Nederland inmiddels op het gebied van smartengeld vergoedingen ver achterblijft bij de ons omringende landen, waar de bedragen wel aanzienlijk zijn gestegen, wordt het hoog tijd dat we hier weer in de pas gaan lopen. Want een traditie die dateert van voor Hugo de Groot is mooi. Maar niet als we ook qua vergoedingen in de 17e eeuw blijven hangen.
Wanneer u meer wilt weten over smartengeld, neem dan gerust contact met ons op via 030-6980690 of via info@whiplashletsel.nl. WIj helpen en informeren u graag!
Coen de Koning studeerde rechten in Amsterdam aan de UVA en werd in 1994 beëdigd als advocaat. Hij heeft altijd aan de slachtofferkant gewerkt.
Coen probeert altijd buiten de rechter om tot een oplossing te komen, maar als dat niet lukt, dan schroomt hij niet om te procederen. Zo was hij als advocaat betrokken bij een tweetal baanbrekende arresten van de Hoge Raad (Slot/Manege Bergamo en Kooiker/Taxicentrale Nijverdal). Coen heeft veel ervaring met de Wet Deelgeschillenprocedure en is lid van de Denktank Overlijdensschade.
Geef een reactie