Uitspraken over whiplash van de Rechtbanken

Er zijn zeer veel uitspraken van rechtbanken over whiplash. Dit mede onder invloed van de Wet Deelgeschillen waardoor het sinds 2010 eenvoudiger is voor slachtoffers een zaak aan de rechter voor te leggen.

Hieronder worden enkele opvallende recentere uitspraken vermeld met twee citaten die uitdrukken wat de juridische beoordelingscriteria dienen te zijn bij het beoordelen van whiplashklachten.

– Rechtbank Zutphen 25-10-2012, klachten zijn veroorzaakt door het ongeval, maar of dit ook tot beperkingen heeft geleid moet verzekeringsarts bepalen

– Rechtbank Arnhem 26-9-2012, bewegingsbeperking nek, causaal verband met verlies verdienvermogen bij fysiek beroep

– Rechtbank Rotterdam 10-10-2012 pre-existente klachten die kunnen leiden tot nek- en hoofdpijn, toch causaal verband tussen ongeval en huidige klachten

Citaat: Immers, voor juridische causaliteit is niet noodzakelijk dat klachten een direct gevolg zijn van het ongeval. Ook klachten die een indirect gevolg zijn van het ongeval en die eventueel mede samenhangen met pre-existente klachten en/of de persoonlijkheidstructuur van het slachtoffer zullen veelal aan de aansprakelijke partij kunnen worden toegerekend. Uitgangspunt is dat London [verzoeker] dient te nemen zoals hij is, dus inclusief eventuele pre-existente kwetsbaarheid en eventuele persoonlijke predispositie tot ontwikkeling of het in stand houden van bepaalde klachten. Dit is slechts anders in geval van bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld indien het slachtoffer zich van zijn kant, mede in aanmerking genomen zijn persoonlijkheidsstructuur, onvoldoende inspant om een bijdrage te leveren aan het herstelproces. Dat daarvan sprake is, is gesteld noch gebleken.

– Rechtbank Utrecht 22-8-2012, de klachten zijn gevolg van het ongeval

Citaat: De rechtbank overweegt als volgt. De omstandigheid dat op grond van de deskundigenrapportages en de overige medische stukken moet worden geconstateerd dat bij [verzoeker] op basis van de geldende medische standaarden geen erkend ziektebeeld als oorzaak van zijn klachten kan worden vastgesteld, staat op zichzelf niet in de weg aan de mogelijkheid dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen het ongeval en de klachten. De door Kremer in zijn diagnose genoemde klachten komen overeen met de zogenoemde “whiplashklachten” die niet zelden ontstaan na een auto-ongeval zoals [verzoeker] is overkomen en die zich kunnen ontwikkelen tot een “postwhiplashsyndroom”. Inherent aan dit soort klachten is dat ze moeilijk objectiveerbaar zijn juist omdat bij deze klachten veelal een medisch (neurologisch) substraat ontbreekt. Aan het bewijs voor het bestaan van deze klachten kunnen daarom geen al te hogen eisen worden gesteld. Hiervoor is dan ook voldoende dat het bestaan van de – subjectief beleefde – klachten objectief kan worden vastgesteld. Daarvoor dienen de klachten reëel te zijn, dat wil zeggen niet ingebeeld, niet voorgewend en niet overdreven. Dit in de jurisprudentie ontwikkelde criterium komt er op neer dat de rechter er, op grond van de beschikbare medische informatie, van overtuigd moet zijn dat het gaat om klachten die de betrokkene daadwerkelijk heeft zonder dat hij of zij tracht de situatie bewust ernstiger te doen overkomen.

Indien het bestaan van de klachten is vast komen te staan, kan aan het bewijs van het causaal verband tussen de klachten en het ongeval, waarbij een vergelijking dient te worden gemaakt tussen de situatie met ongeval en de situatie zonder ongeval, in de gegeven omstandigheden evenmin al te hoge eisen worden gesteld. Indien voor het ongeval deze gezondheidsklachten niet bestonden, de gezondheidsklachten op zich door het ongeval veroorzaakt kunnen worden en een alternatieve verklaring voor de gezondheidsklachten ontbreekt, zal het bewijs van het oorzakelijk verband daarmee veelal geleverd zijn.

De beschikbare medische stukken bieden naar het oordeel van de rechtbank voldoende aanknopingspunten om te kunnen spreken van objectief aanwezige gezondheidsklachten, in die zin dat [verzoeker] de door hem geuite klachten werkelijk heeft en deze niet bewust ernstiger doet voorkomen. Het gaat daarbij om de door Kremer genoemde nekpijn, rugpijn, concentratieproblemen en geheugenproblemen. [verzoeker] heeft deze gezondheidsklachten in de periode na het ongeval steeds benoemd in de contacten met zijn (para)medisch behandelaars en hij heeft een scala aan therapieën ondergaan, gericht op het verminderen van deze door hem ervaren klachten. Er is sprake van een consistent, consequent en samenhangend patroon van “whiplashachtige” klachten. Uit het medisch dossier blijkt dat de behandelaars van [verzoeker] weliswaar geen goede medische verklaring hebben voor het bestaan van de klachten, maar uit hun rapporten en brieven kan niet worden afgeleid dat zij twijfelen aan de realiteit van de door [verzoeker] geuite klachten en problemen. Evenmin blijkt dat de behandelaars van mening zijn dat [verzoeker] zich onvoldoende inspant om zijn klachten te verminderen.

De tien rechtbanken worden per 1-1-2013 als volgt aangeduid:

VERTEL ONS UW VERHAAL

Route naar ons kantoor