Medisch
Een whiplash is een letsel aan de nek en/of rug ten gevolge van een ongeval of andere plotselinge gebeurtenis waarbij het hoofd krachtig voor en achteruit bewogen wordt. De beweging is te vergelijken met de beweging van het uiteinde van een zweep (whiplash is Engels voor zweepslag).
Bij whiplash is er niet enkel een fors heen-en-weerbewegen van de nek maar juist ook van het hoofd. Dierexperimenten hebben aangetoond dat deze beweging (zonder dat het hoofd iets raakt of door iets geraakt wordt) hersenschade en hersendisfunctie kan veroorzaken. De hersenschade, die ontstaat door inertiaalkracht (acceleratie-, deceleratie) wordt diffuse axonale beschadiging genoemd. Men kan dus whiplash ook zien als het mechanisch gebeuren en de eventueel daarop volgende schade aan de nek en aan het centrale zenuwstelsel.
Meestal loopt men een whiplash op bij kop-staartaanrijdingen met auto’s. Hierbij hebben de inzittenden kans op het letsel vanwege de mechanische beweging van de nek.
Er kan hierbij een beschadiging aan zachte weefsels en structuren in het hoofd en de nek optreden, die aanleiding tot klachten geeft. Het grootste deel van de mensen herstelt op korte termijn.
De gevolgen van een whiplash zijn vaak voor de buitenstaander niet te zien en voor een arts dikwijls moeilijk of niet vast te stellen, terwijl de patiënt er kortere of langere tijd, of zelfs blijvend last van kan hebben.
Lichamelijke symptomen kunnen zijn:
- Nekpijn
- Stijfheid in de nek
- Hoofdpijn
- Moeilijk definieerbare pijnen in de rug en soms in de ledematen
Andere symptomen kunnen zijn:
- Ernstige problemen met de concentratie
- Vergeetachtigheid
- Stemmingswisselingen
- Vermoeidheid
- Tintelen in de vingers
- Oorsuizingen (tinnitus)
Herstel van een whiplash kan (zeer) traag verlopen of de schade kan permanent zijn. Bij ongeveer vijftig procent van de mensen gaat het binnen drie maanden vanzelf over. Vijfentachtig à negentig procent is binnen een jaar hersteld. Voor de tien procent die overblijft is de prognose op herstel ongunstig.
Een `zachte` nekkraag werd vroeger vaak maar tegenwoordiger minder voorgeschreven. Per persoon wordt, afhankelijk van de klachten, gekeken of het dragen van een nekkraag zinvol is. Beleid is om zo veel mogelijk actief te blijven, veelal gecombineerd met pijnstillers.
Houden de klachten langer dan zes maanden aan dan gaat men spreken van het ‘late whiplash syndroom’. Dit syndroom kent ook andere benamingen die min of meer overlappend zijn: postcommotioneel syndroom, posttraumatisch syndroom enz.
Mogelijke behandelingen zoals fysiotherapie, oefentherapie en gedragstherapie zijn onvoldoende op effectiviteit onderzocht. Het kraken door een chiropractor is af te raden zolang niet exact duidelijk is wat de werkelijke schade is.
Niet altijd wordt het klachtenpatroon door artsen (h)erkend, vooral als er direct na het ongeval een onderzoek plaatsvindt.
Een CT-scan of conventionele NMR kan meestal geen uitsluitsel geven. Bij gradiënt echo opnamen (GRE-opnamen) kunnen evenwel bij een minderheid van getroffenen wel punctiforme bolvormige letsels vastgesteld worden die op bloedingen wijzen.
Chronische whiplash wordt soms ook gezien als een modeziekte, socio-cultureel bepaald. Vooral verzekeraars en de door hen betaalde medisch adviseurs hangen deze gedachte nogal eens aan. Maar ook medici die overtuigd waren dat een postcommotioneel syndroom een psychische oorzaak heeft, stelden nadat ze zelf slachtoffer werden van een whiplash, dat een whiplash hersenschade veroorzaakt die hun symptomen en klachten kan verklaren.
In een kleine minderheid van de gevallen kunnen de klachten wel geobjectiveerd worden zoals bv. hierboven gesteld met GRE-opnamen.